Discriminatie, (seksuele) intimidatie, pesten, schelden, slaan, duwen, schoppen of dreigen met geweld door collega’s of door (werknemers van) opdrachtgevers. Dit soort gedrag is onaanvaardbaar en hoort niet thuis op het werk. Het leidt onveilige werksituatie, tot minder productiviteit en meer verzuim.
In de ArboCAO is afgesproken dat een werknemer die wordt geconfronteerd met ongewenst gedrag het recht heeft om zijn werkzaamheden te onderbreken. Het voorval moet onmiddellijk gemeld worden bij de werkgever en medewerker heeft het recht om een vertrouwenspersoon te raadplegen en een klacht in te dienen volgens de geldende procedure.
De werkgever voert preventief beleid om ongewenst gedrag te voorkomen. Als onderdeel hiervan benoemt hij een voor de taak goed uitgeruste vertrouwenspersoon. Daarnaast wordt er een klachtencommissie ingesteld en is er een reglement over indienen en behandelen van klachten. Meer informatie vindt u in bijlage 10 – Klachtenregeling tot voorkomen en bestrijden ongewenst gedrag (pdf) van de Arbo CAO.
De RAS heeft, om werkgevers te ondersteunen in het voorkomen en bestrijden van ongewenst gedrag te ondersteunen, een aantal hulpmiddelen ontwikkeld: informatiemateriaal ongewenst gedrag.
Als de omvang van de onderneming dusdanig is dat er geen klachtencommissie kan worden geformeerd of geen vertrouwenspersoon kan worden aangesteld, kan worden verwezen naar de centrale klachtencommissie en vertrouwenspersoon van de RAS.