CAO

Gelding

  1. Dit gedeelte van de overeenkomst geldt voor de werkgever zoals omschreven in artikel 1 van de CAO in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf en voor werknemers waarvan de functie is opgenomen in de referentiefuncties van artikel 2 van het C-deel en die een arbeidsovereenkomst met de werkgever als bedoeld in artikel 1 lid 2 van de cao in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf is aangegaan. Dit gedeelte geldt niet voor de werkgever die van de RAS vanaf het jaar 2004 dispensatie heeft verkregen.
  2. Onder werknemer wordt tevens verstaan de man of vrouw in een functie tot en met het niveau van 140 ORBA-punten die niet expliciet in de referentiefuncties van artikel 2 van het C-deel is genoemd en wiens functie door de werkgever zal worden ingedeeld. Indien de werknemer het daarmee oneens is staat beroep open bij de Commissie Functie-indeling. De beroepsprocedure is opgenomen in bijlage ‘Beroepsprocedure functie-indeling’ van de cao.
    1. De artikelen 16, 19, 24 en 26 tot en met 31 en artikel 44 van de cao in het Schoonmaak-en Glazenwassersbedrijf zijn van overeenkomstige toepassing op werknemers die volgens de leden 1 en 2 onder het C-deel vallen. De overige artikelen van de cao in het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf zijn niet van toepassing.
    2. Afwijking van het bepaalde in sub a is alleen mogelijk als het bedrijf een bedrijfsregeling heeft die:
      • de instemming heeft van het medezeggenschapsorgaan als bedoeld in de Wet op de Ondernemingsraden en de RAS dispensatie heeft verleend volgens artikel 45 van de cao;
      • ten aanzien van de onder sub a genoemde artikelen minimaal gelijkwaardig is aan hetgeen in de cao is bepaald.
Deze website maakt gebruik van cookies.