Nieuws
8 april 2022
Vanaf 1 mei 2022 worden er een aantal wijzigingen doorgevoerd op de examens basis(vak)opleidingen. Hieronder een overzicht van deze wijzigingen:
- Voor alle Basisvakopleidingen geldt dat er (nog) meer gelet wordt op de toegepaste ergonomie van de kandidaten. Als basis geldt de aangepaste Arbocatalogus, die ook ergonomiefilmpjes bevat (zie de RAS-app; te downloaden bij de play of apple store). Betekent dat kandidaten meer hun gehele lichaam moeten gebruiken bij het uitvoeren van opdrachten.
- Voor de Basisvakopleiding schoonmaken en gezondheidszorg is het bij Interieuronderhoud mogelijk dat er meerdere periodieke taken gevraagd worden. Niet alleen een deur of ladekastje, maar ook een stoel/tafel, kast of verwarming. Zoals geformuleerd in de eind- en toetstermen. Daarmee vervalt ook de verplichting dat er een telefoon en ladekastje moeten zijn (mogen nog steeds; zie de voorwaarden voor examenlocaties (pdf)).
- Bij sanitaironderhoud worden er meer mogelijkheden toegestaan voor het ontkalken van de wc-pot. De inzetborstel heeft de voorkeur, maar wordt in de praktijk weinig toegepast. Andere mogelijkheden zijn inspuiten en borstelen (handpad of bokkepoot of een wc borstel met extra mogelijkheid om ook onder de rand te komen). Veelal zal er bij het borstelen sprake zijn van het verplicht gebruik van zuurbestendige handschoenen. En zal men een keer extra handschoenen moeten wisselen (of handen met rubberen handschoenen aan moeten wassen). E.e.a. wordt beoordeeld op basis van ergonomie, efficiëntie en effectiviteit. Het spiegeltje en kijken onder de rand blijven verplicht.
- Bij de Basisvakopleiding Vloeronderhoud wordt het verplicht ook een compacte schrobzuigmachine mee te nemen in de opleiding en het examen.
Het is bij de Basisvakopleiding Vloeronderhoud tevens mogelijk om in de opleiding een orbitale of een excentrische machine te gebruiken. Dit kan bij aanvraag ook meegenomen worden in het examen.
- Voor de Basisopleiding leidinggevenden niveau 2 kan op twee manieren examen kan worden gedaan: in één keer het examen Basisopleiding leidinggevend niveau 2, of eerst het leidinggevend examen niveau 1 te doen en vervolgens de Module leidinggevende niveau 2.
In de module niveau 2 wordt getoetst op drie categorieën: leiderschap, ontwikkelen en omgang met de klant. Daarvoor dient men tenminste vijf punten te behalen. Wanneer de categorie ‘omgang met teams’ voorkomt in het examen, dient men daar tenminste één punt voor te behalen.
Voor het examen Leidinggevend niveau 2 gaan dezelfde eisen gelden. Er wordt getoetst op acht categorieën en men dient totaal tenminste twaalf punten te behalen. Toegevoegd wordt dat men hierbij ook voor de drie categorieën leiderschap, ontwikkelen en omgang met de klant tenminste vijf punten moet behalen en voor omgang met teams tenminste één punt.
Per onderdeel kan men de volgende punten behalen:1 = zwak; 2 = voldoende en 3 = goed.